
Afasie
Apraxie
Agnosie
Door Afasie krijgt iemand problemen met taal. Zoals moeite met lezen, schrijven, spreken en begrijpen wat iemand zegt. Ook is er moeite met het vinden van het juiste woord.
Het begint vaak met een woordvind stoornis: niet meer op het juiste woord kunnen komen. Tot uiteindelijk de meeste woorden ‘weg’ zijn.
Het kan zijn dat de persoon met dementie denkt te zeggen wat hij of zij zegt, maar er komen andere woorden, andere zinnen uit.
Dit kan tot veel frustratie leiden. Zowel bij de persoon met dementie als bij jou als naaste. Maar ook bij de zorg.
Bij Apraxie weet men niet meer hoe en in welke volgorde men bepaalde handelingen moet verrichten. Zoals koffiezetten, je wassen of jezelf aankleden.
Dan wordt koffie gezet zonder filterzakje of water, of de kan wordt niet teruggezet in het apparaat.
Ook aankleden kan moeilijk gaan. Zelfs wanneer de kledingstukken in de juiste volgorde klaar liggen kan het nog gebeuren bijvoorbeeld dat ondergoed óver de bovenkleding wordt aangetrokken.
Bij agnosie kun je nog steeds dingen zien, horen, proeven, ruiken en voelen. Je zintuigen werken nog.
Je kunt deze dingen alleen niet meer herkennen of plaatsen. Alsof de vertaalslag in de hersenen niet meer juist gemaakt wordt.
Zo kun je moeite hebben met het herkennen van voorwerpen, vormen, kleuren, gezichten, teksten en muziek.
Maar ook smaken worden niet meer herkend.